A3.53 Dieptebal

Oefening

A3.53

Dieptebal, voetbal + schot op doel. 3/ 4 keepers

Oefening

K3 passed de bal met binnenkant voet over de grond in de voeten van K2. K2 neemt aan en schiet (met wreef) in 2 x raken op doel op K1. Daarna passed de trainer de bal tussen K1 en K3 in en K1 moet bepalen of hij de bal in één keer kan onderscheppen of "op de been moet blijven" en de 1 tegen 1 aan moet gaan met K3. Als K3 eerder bij de bal is, mag hij gewoon scoren (alleen dribbelend voorbij K1). Linker en rechterkant.
Let op!!.... K3 maakt geen slidings! (ter voorkoming van blessures).
Bij 3 keepers, K1, 4 x achter elkaar, acties op hoog(ste) tempo. Na de 1 tegen 1 met K3, rustig naar het begin punt wandelen en weer opnieuw starten. Na 4 herhalingen doordraaien. K1 op positie K2. K2 op positie K3, K3 op positie K1.
Bij 4 keepers, K3 en K4 gaan om en om. K1 en K2 blijven op hun positie tot K3 en K4 allebei 4 x geweest zijn, daarna wisselen met K1 en K2. Later (na 2 series van 4 herhalingen) nog twee keer wisselen zodat alle keepers op de posities van K1 en K2 gestaan hebben. 

Variaties

  • K3 gooit de (eerste) bal bovenhands met stuit in de voeten van K2. K2 probeert de bal met zo min mogelijk balcontacten op doel te schieten. 
  • K3 trapt de bal vanaf de grond in de handen van K2. K2 trapt de bal met een dropkick/ volley op doel op K1.
  • Trainer gooit of rolt de (diepte) bal, eventueel met stuit, tussen K3 en K1, (i.p.v. met de voet passen).
  • Na het wisselen van kant, K2 met "het verkeerde been" op doel op K1 trappen.

Focus

  1. K2, de eerste bal met wreef op doel trappen! (wreeftrap trainen).
  2. K1, de eerste bal van K2 snel verwerken (zijkant of klem) en daarna zo snel mogelijk richting de dieptebal van de trainer.
  3. K1, let op je uitgangshouding, (gebogen knieën en handen naast je lichaam).
  4. Tempo in de oefening, als K3 eerder bij de bal is (bij de dieptebal) de 5 sec regel gebruiken! (K2 moet binnen 5 sec dribbelend voorbij K1 proberen te komen om te scoren). Trainer hardop tellen!
  5. K1 laag zitten (door je knieën), op de been blijven en meebewegen met de bal, als je de bal van de trainer niet in één keer kan onderscheppen.

Materialen

3 Pionnen,  Min. 8 ballen