B3.37 Voetenwerk

Oefening

B3.37

Voetenwerk (aansluitpas), uitvallen/ duiken. 3/ 4 keepers

Oefening

K2 gooit een bal bovenhands op buik/ borst en in de handen van K1. K1 rolt de bal terug, gaat gelijk daarna, met een aansluitpas door de hoedjes, komt voor de twee groene hoedjes in de uitgangshouding en de trainer gooit of trapt ook een bal op buik/ borst. Linker en rechterkant. 
Bij 3 keepers, gelijk doordraaien: Er starten twee keepers op de positie van K2. Na de bal van K2 op K1 loopt K2 gelijk door naar de positie van K1 en na de bal van de trainer sluit K1 aan op de positie van K2. Na 3 ronden wisselen van kant en daarna de variatie toepassen. 
Bij 4 keepers, gelijk doordraaien: Er starten twee keepers op de positie van K2 en twee keepers op de positie van K1, waarvan één keeper naast de goal, (K4). Na de bal van K2 op K1 loopt K2 gelijk door naar de positie van K4. K4 komt op positie K1. K1 op positie K3. K3 op positie K2. Na 3 ronden wisselen van kant en daarna de variatie toepassen. 

Variaties

  • K1 start net naast de pion. K2 rolt een bal over de grond richting de paal. K1 valt uit/ duikt richting de korte hoek, verwerkt de bal (zijkant of klem) en gaat gelijk door voor de aanluitpas door de hoedjes.
  • Trainer trapt een lage bal links of rechts van K1 na de aansluitpas door de hoedjes, (eventueel van te voren aangeven waar je gaat trappen). 
  • Trainer trapt een volley met stuit of dropkick in de handen van K1, na de aansluitpas door de hoedjes.
  • Trainer gooit een half hoge bal links of rechts van K1 na de aansluitpas door de hoedjes, (eventueel van te voren aangeven waar je gaat gooien/ trappen).
  • K2 probeert de bal vanaf de grond in de handen van K1 te trappen. K1 gaat daarna gelijk door voor de aanluitpas door de hoedjes. 
  • K1 start in het midden, (tussen de paal en de pion). K2 trapt een bal over de grond met binnenkant voet variabel tussen de pion en de paal. K1 weet niet waar de bal gaat komen (korte of lange hoek) en moet reageren op de bal. (Let op! de bal van K2 moet wel over de grond!).

Focus

  1. K1 op tempo met een aansluitpas tussen de hoedjes door, kleine pasjes en door je knieën.
  2. K1, stilstaan en in de uitgangshouding komen voordat de trainer de bal trapt.
  3. K2, de ballen op K1 met een goede snelheid gooien/ trappen. Niet te voorzichtig maar ook niet overdreven hard!
  4. Uitgangshouding: Door je knieën en handen naast je lichaam.
  5. K1 na de bal van de trainer even adem halen en rustig naar de positie van K2 joggen.Tussen de series iets langer rust!